Logo Fietsen123

Nieuws

Via Verde de la Sierra: door indrukwekkende Spaanse natuur

Sunday 30 September, 2007

Nooit reed er ook maar één boemeltje over het spoor in Andalusië. Tegenwoordig is de overbodige spoorweg omgeturnd tot een Vía Verde, een rustige wandel- en fietsroute door indrukwekkende Spaanse natuur. Ilse Thoonsen maakte er een reportage over voor het Brabants Dagblad. We citeren. De trein, die nooit kwamHardnekkig blijft het verhaal rondzingen in de omgeving van Olvera, een dorpje zo’n honderd kilometer zuidoostelijk van Sevilla. Een spoorwegbeambte zou veertig jaar lang, iedere dag opnieuw, klaar hebben gestaan met zijn pet en fluitje om de trein te laten passeren. De trein die niet kwam, want het spoor was nooit in gebruik genomen. En toch ontving de beste man, vergeten geraakt in een Spaanse salarisadministratie, veertig jaar lang loon.

Groene wegenOf het verhaal op ware feiten berust? Wat wel waar is, is dat Spanje negenduizend kilometers in onbruik geraakte spoorwegen kent. Sinds begin jaren negentig zijn daar zo’n 1.500 kilometers van getransformeerd in goed toegankelijke paden waar alleen wandelaars, fietsers, paard- of desnoods ezelrijders welkom zijn: de Vías Verdes, oftewel groene wegen. De rails werden er verwijderd, de overgebleven spoordijken waar nodig geasfalteerd of van grind voorzien en voor een deel uitgerust met bewegwijzering.

Goederentransport"Sommige spoorlijnen zijn nog tot in de jaren zeventig gebruikt”, vertelt manager Maria Jiménez van de Fundacíon Vía Verde de la Sierra, verantwoordelijk voor een 36 kilometer lange route in Andalusië. "Ze zijn over het algemeen aangelegd in het begin van de vorige eeuw en eigenlijk nooit bedoeld voor publieksvervoer. De meeste waren gemaakt om goederen te transporteren van fabrieken of mijnen, of om soldaten te vervoeren. Ze zijn destijds vaak betaald door buitenlandse investeerders, bijvoorbeeld Fransen of Engelsen. Na sluiting van de mijnen werden ze overbodig.”  Vía Verde de la Sierra werd eind jaren twintig gebouwd. Het had de steden Jerez de la Frontera en Setenil met elkaar moeten verbinden, maar zo ver kwam het nooit. Want vervolgens brak de burgeroorlog uit én werd Spanje geteisterd door de economische crisis. Daarna was niemand meer geïnteresseerd in het afmaken van het lijntje.

SuccesreceptDe omgeving van de Vía Verde de la Sierra maakt het succesrecept van de groene wegen direct duidelijk. Flinke heuvels, tot zo’n 600 meter hoogte, domineren het landschap. Op de toppen rusten stadjes en dorpen, opgetrokken uit witte huizen en veelal voorzien van oude burchten vanaf welke de Andalusiërs elkaar waarschuwden voor de Arabieren. In de verte zijn de minstens 1.1000 meter hoge uitlopers van grotere bergen zichtbaar. Graanvelden en olijfboomgaarden zetten de toon. De gaarden, met hun rechte rijen bomen als stipjes op de gele tot rode grond, liggen als een patchwork-deken over de toppen en dalen uitgevleid. Het is een landschap waar het normaal zwoegen zou zijn voor wandelaars en fietsers. Heuvel op en af, in de brandende Andalusische zon waar dertig graden Celsius als beschaafde temperatuur wordt beschouwd. Maar de Vía Verde loopt daar zo goed als plat doorheen, zonder noemenswaardige hoogteverschillen, omdat een trein nu eenmaal niet de hele tijd kan stijgen en dalen.

Gids"Toch zijn er soms Spanjaarden die we van het pad moeten halen”, grinnikt gids Andrés Jiménez Ordóñez. "Ze zijn het niet gewend om te fietsen, zoals Nederlanders, dus ze vinden het snel te zwaar.” Andrés is lid van de Patrulla Verde, de gidsen die op het pad aanwezig zijn in de drukke weekeinden, als er zich soms wel 2.000 recreanten op het pad persen. De patrulla’s geven informatie over het natuurschoon en de route en helpen indien nodig.

Bloeiende bremEn natuurschoon is er voldoende. De aanwezigheid van de twee riviertjes Guadalporcún en Guadelete zorgt in de dalen naast de Vía voor weelderig groen. In de vroege zomer staat de berm vol felgeel bloeiende brem, rode klaprozen en blauwe korenbloemen. Overal fladderen vlinders en passeren libelles het fietspad. In de struiken grazen wilde geiten. Er leven otters, schildpadden en dassen in het gebied. Halverwege de route is zelfs een grote kolonie vale gieren te bewonderen, de trots van de regio. Op een uitstekende rots nestelen zo’n 200 koppels. Pal naast de rots is een roterende camera geplaatst. Op een televisiescherm in het bezoekerscentrum, gevestigd in een oud stationnetje, zijn de gieren continu live te bewonderen.

TunnelsEen bijzondere ervaring zijn de vele tunnels op de hele route, dertig stuks in totaal. De kortste zijn onverlicht, maar in de langere zijn automatische lampen aangebracht die aanfloepen als iemand passeert. De temperatuur zakt binnen met zo'n tien graden, goed voor wat afkoeling op hete middagen maar nog net aangenaam genoeg om niet voor een longontsteking te hoeven vrezen.

Meer informatieDe route van de Vía Verde de la Sierra loopt officieel van Puerto Serrano naar Olvera, maar is ook andersom bewegwijzerd. Die optie heeft als voordeel dat je iets meer daalt dan stijgt. Vanwege de temperatuur is de beste tijd om de route te fietsen in april/mei of oktober. De Vía is op diverse plekken langs de route goed bereikbaar met auto’s en er zijn parkeerplaatsen waar bezoekers hun wagen kunnen achterlaten. In plaatsjes als Olvera, Coripe en Puerto Serrano zijn fietsen te huur.

Links* Voor meer informatie over de Vía Verde de la Sierra: www.fundacionviaverdedelasierra.com.* Informatie over alle Vías Verdes: www.viasverdes.com